Geschiedenis

Eind 1996 koos wijkraad de Valuwe voor sociale vernieuwing waarbij de actieve inzet en de eigen verantwoordelijkheid van de bewoners voor de leefbaarheid in hun eigen wijk centraal staat. Ze had ook daarvoor al verschillende pogingen gedaan om de leefbaarheid van de wijk te verbeteren. Deze pogingen waren vooral gericht op de verhouding tussen autochtonen en allochtonen. Een enkele keer ging het om een Valuwse variant van het ‘Opzoomeren’, naar het voorbeeld van de bewoners van de Opzoomerstraat in Rotterdam om hun straat op te knappen. Maar het bleven losse pogingen zonder blijvend effect.
Daar kwam definitief verandering in met de keuze voor sociale vernieuwing in 1996. Sindsdien is de actieve inzet van de wijkbewoners alleen maar gegroeid. Niet alleen bij de uitvoering, maar meteen al bij de planvorming, bij het allereerste begin dus. Het is in de loop van de tijd steeds duidelijker geworden hoe cruciaal dit uitgangspunt is: bewoners moeten direct betrokken worden bij het maken van plannen, zodat ze deze ook als hun ‘eigen ding’ ervaren en niet alleen als iets van een ander. Dit gaat wezenlijk verder dan het bekende draagvlak: een plan blijft dan immers in principe het plan van een ander.

Opknappen grasveld

Genoemde verandering kreeg onverwacht snel concreet handen en voeten. Begin 1997 ontstond in de wijkraad een initiatief dat zich uitstekend leende voor sociale vernieuwing ‘in actie’: het betrof een grasveld bij basisschool ‘de Regenboog’ dat er al sinds jaar en dag maar lag te liggen. Met wat doelpalen er op en verder vooral een veld vol gaten, stenen en hondenpoep. Zo’n veld waar iedereen jarenlang letterlijk en figuurlijk omheen loopt, vol afkeuring, vruchteloos geklaag of – erger nog – onverschilligheid.

  • De wijkraad wilde hier nu in de geest van de sociale vernieuwing verandering in brengen:
  • alle bewoners binnen een ruime kring rond het grasveld werden uitgenodigd voor een bijeenkomst. Bepalend voor het uitnodigen was het mogelijk belang van bewoners bij het initiatief. Hierbij werd voor het eerst het motto “In Noord word je gehoord!” gebruikt, dat nog jaren dienst zou doen als succesvolle slogan;
  • de wijkraad presenteerde een schetstekening, alleen om een idee te geven hoe het grasveld er uit zou kunnen gaan zien. De tekening was dus enkel bedoeld als ‘kapstok’ om te voorkomen dat de discussie alle kanten op zou vliegen: er was alle ruimte voor de bewoners om de tekening aan te passen;
  • voor de uitvoering van het plan waren de bewoners hoofdzakelijk zélf verantwoordelijk. Ze konden daarbij wel rekenen op hand- en spandiensten van de gemeente Cuijk en woningstichting Cevelum (nadien door fusies opgegaan in corporatie Mooiland Maasland). Hierdoor kreeg de uitvoering een vorm van coproductie! Maar de eigen verantwoordelijkheid van de bewoners stond uitdrukkelijk voorop; zoveel was duidelijk:  geen vrouw, geen vent? Dan ook geen cent, geen plan.

Het initiatief bleek een succes:

  • de opkomst van de bewoners was groot: op 13 maart 1997 zat de aula van ‘de Regenboog’ vol;
  • de bewoners namen inderdaad alle vrijheid hun wensen en opmerkingen kenbaar te maken: in een geanimeerde discussie stelden de bewoners ‘hun’ tekening van het nieuwe grasveld vast;
  • op de hamvraag bij de uitvoering van de werkzaamheden zelf flink de handen uit de mouwen te steken, volgde een massaal ‘ja’.
  • En aldus geschiedde: in drie maanden tijd werd het plan verwezenlijkt, mét de beloofde hand- en spandiensten van gemeente en woningstichting. De videoreportage Van waardeloos grasveld naar waardevol speelveld de Valuwe, voorjaar 1997 geeft er een goed beeld van.

 

 

De hele activiteit had belangrijke effecten:

  • de bewoners herontdekten als het ware de sociale kant van het wonen in de wijk: waarom doen we dit niet vaker?
  • de bewoners ervoeren dat hun eigen inzet bepalend was, maar ook dat het gewoon plezierig is samen te werken aan verbetering van de eigen leefomgeving. En dan ook nog met heel concreet én snel resultaat: in drie maanden en één week van bewonersbijeenkomst tot feestelijke opening. Bovendien bleek dat ieder die wil, een steentje kan bijdragen, want er zijn heel veel steentjes en elk steentje telt;
  • minstens zo belangrijk effect: de achterliggende gedachte dat eigen inzet duurzamere resultaten oplevert, bleek ook jaren later juist - wat uit eigen hand is geboren, is een beter en langer leven beschoren;
  • verder bleek de activiteit haar uitwerking op de wijkraad niet gemist te hebben: deze voelde zich gesterkt op de ingeslagen weg van de sociale vernieuwing door te gaan;
  • tenslotte kan nu, jaren later, vastgesteld worden dat deze activiteit de kiem is geweest van veel wat daarna in de wijk is gebeurd. Het was in elk geval het begin van het sterke interactieve proces dat zich sindsdien uitgekristalliseerd heeft. De aanpak van deze activiteit bleek het format te zijn voor latere activiteiten; het meest recent was dat het geval bij de uitvoering van het experiment met buurtbudgetten. De hier gehanteerde, doordachte aanpak legde een stevig fundament voor wat volgde.

Feitelijk kende de activiteit slechts één minpunt, een belangrijk minpunt: het was niet gelukt allochtone bewoners bij de activiteit te betrekken. Een frustrerende ervaring voor de deelnemers aan de activiteit: waar blijven ze nou, waarom doen ze niet mee?; ook voor de wijkraad was dit een teleurstellend gegeven. Maar…het moet gezegd, dit gold alleen voor de mannen; op een medewerker van de woningstichting na waren zij geheel afwezig. De allochtone vrouwen daarentegen lieten zich van hun beste kant zien met hun bijdrage van allerlei lekkernijen aan het openingsfeest.

Totaalplan Sociale Vernieuwing 1997
Zoals gezegd, de wijkraad kreeg door de ‘actie grasveld’ de smaak te pakken. Extra gemotiveerd en geïnspireerd door de actie werd in de loop van 1997 een aantal wijkbijeenkomsten georganiseerd in de vestiging van het Merletcollege in de Valuwe. Het thema van deze bijeenkomsten: hoe actueel is gemeenschapszin nog? Aardig wat wijkbewoners kwamen naar ‘Merlet’ en namen heel actief deel aan de discussies en workshops. Drie vragen stonden centraal:

  1. Heeft gemeenschapszin in onze dagen nog steeds betekenis of is het nostalgie uit grootmoeders tijd? Zoals te verwachten was het antwoord dat gemeenschapszin zeker geen ouderwets begrip is. Integendeel, nooit eerder was er zoveel behoefte aan, maar ze zit wel ernstig in de verdrukking.
  2. Maar als dat zo is, wat zijn dan de drempels die de gemeenschapszin in de weg zitten?
  3. En als de drempels bekend zijn, welke bruggen zijn er dan over die drempels heen te leggen?

Het eindresultaat van al deze bijeenkomsten was het Totaalplan Sociale Vernieuwing “De Valuwe”, 15 november 1997, zeker voor de wijkraad op dat moment een ambitieus plan. In 2003, toen het plan al helemaal gerealiseerd was, kreeg de wijkraad hiervoor alsnog een eervolle vermelding in het kader van de landelijke Prijs voor het Wijkinitiatief van Hevo Bouwmanagement. Het ongeschreven motief achter het plan: het is 5 voor 12 en we kunnen op dezelfde voet doorgaan. Maar we kunnen ook proberen nog net op tijd de koers om te buigen en zo zien te voorkomen dat het toch 12 uur wordt op de ingeslagen weg en de Valuwe echt een probleemwijk wordt.

Wijkwinkel ‘Het Kompas’
Na 15 november 1997 was het zaak brede steun te verwerven voor het totaalplan. Daartoe werd op 11 februari 1998 een wijkberaad georganiseerd met alle relevante partijen: gemeente (politiek, bestuur en ambtelijk apparaat), woningstichting Cevelum, Stichting Samenlevingsopbouw (SSO), politie, scholen, enz.
Dit wijkberaad was geslaagd, maar pakte pas echt succesvol uit door het aanbod van woningstichting Cevelum zo’n twee weken later een pand in het winkelcentrum te verbouwen tot wijkwinkel, de eerste prioriteit van het Totaalplan. Motivatie van Cevelum: wij hebben alle belang bij het slagen van jullie plannen; daarom willen we ze voluit ondersteunen, want het zal niet makkelijk zijn ze te realiseren. Een schoolvoorbeeld van welbegrepen eigenbelang van Cevelum en een geweldige opsteker voor wijkraad de Valuwe: er zullen weinig dorps- of wijkraden zijn met zo’n prachtig eigen onderkomen.
Gevolg was dat een aantal jaren veel tijd en energie van de wijkraad in de wijkwinkel gingen zitten: inrichting, feestelijke opening op 3 juli 1999, organisatie en beheer daarna. Noodgedwongen moest de uitvoering van andere onderdelen van het totaalplan enkele jaren de ijskast in.

Eén onderdeel werd niet uitgesteld: het project “Waarden & Normen”. Het was al gestart in het voorjaar van 1998, mogelijk gemaakt door ƒ 60.000,- (ruim € 27.000,-) van diverse fondsen. Maar de eerste aanzet was geen succes. De weinige mensen die eraan deelnamen, waren ronduit positief over deze activiteit, maar de animo voor het project bleef ver achter bij de verwachtingen. Het doel van dit project raakte de kern van de sociale vernieuwing: bewoners moesten weer echt met elkaar aan de praat raken; een heuse dialoog was hard nodig. Maar dit was op dat moment duidelijk nog een brug te ver….en het is nog steeds geen vanzelfsprekendheid.
Geheel onverwacht kreeg het project vier jaar later een tweede kans: de gespreksgroepen in het kader van de revitalisering, begin 2002, zorgden voor een geslaagde herkansing. De wijkbewoners hadden via deze gesprekken directe invloed op de inhoud van het Masterplan Revitalisering.

De actieve inzet van de wijkraad met haar grootse plannen kreeg gaandeweg meer gewicht en vond steeds breder weerklank. De door woningstichting Cevelum in 1998 aangeboden wijkwinkel was daarvan het eerste resultaat; dit deed meteen een flinke duit in het zakje. Ondertussen kwamen uit allerlei hoeken steeds meer signalen dat de ontwikkelingen in de Valuwe steeds sterker in de richting van een probleemwijk gingen.

Alles wat in de wijk gaande was, positief en negatief, kwam samen in één beslissend punt: op 21 mei 2001 stelde de gemeenteraad de Startnotitie revitalisering de Valuwe vast; tevens de ‘geboorte’ van de term ‘revitalisering’, voor de meeste mensen nog steeds een tongbreker. De gemeente nam met dit besluit haar verantwoordelijkheid de ontwikkelingen in de Valuwe aan te pakken: integraal, grondig en structureel. Wellicht was de gemeente niet echt doordrongen van de ‘lange adem’ die met de revitalisering gemoeid zou zijn, maar de dringende, beslissende stap was gezet!